Een heilige plek en twee Ankor tempels

19 september 2017 - Angkor Borei, Cambodja

In de tijd waarin in Europa de Notre Dame in Parijs gebouwd werd, bouwden verschillende volken hier -met name in Cambodja- de tempels van Ankor. Deze tempels zijn overgroeid door de jungle toen het rijk in verval kwam. In de negentiende eeuw werden ze herontdekt door een Fransman. Dit stukje doet veel tekort aan de geschiedenis en is dan ook een summiere uitleg. Enkele tempels zijn goed bewaard gebleven omdat er zich monniken in gehuisvest hebben. Anderen zijn onder de jungle vandaan gehaald. Het complex beschrijft honderden kilometers. Ik heb van mijn tour operator Richard het advies gekregen, flink wat tijd uit te trekken voor de bezoeken aan de tempels. 

Ik heb gisteren bij de desk van het guesthouse gevraagd hoe ik de bezoeken aan de tempels het beste aan kan pakken en als ik 's morgens mijn ontbijt op heb komt er een man bij me aan tafel zitten. Hij biedt me aan om me per tuktuk langs een aantal tempels te rijden. Hij laat diverse routes zien die de Cambodjanen uitgezet hebben. Route Ankor Wat, een big tour en nog andere mogelijkheden. Ik heb gemerkts dat het guesthouse er niet op uit is om toeristen een poot uit te draaien maar dat ze betrouwbare mensen om zich heen verzameld hebben. We onderhandelen over de bedragen en Savet wordt mijn driver. Ik dacht dat het te laat zou zijn voor vandaag maar hij zegt dat we nog best weg kunnen vandaag. Hij zal me eerst naar de abonnementen verkoop brengen om een abonnee kaart aan te schaffen. Ik twijfel tussen drie dagen of zeven. Zeven dagen is tien dollar duurder. Ik koop  toch een kaart voor 7 dagen tempelbezoek. Ik heb een maand de tijd om die bezoeken af te leggen. 

We gaan op weg naar de eerste tempel. Hij ligt vijftig kilometer van Siem Reap. Tijdens het rijden wil ik me voorbereiden op wat ik te zien ga krijgen. Ik geef het lezen echter gauw op. Er is zoveel te zien onderweg. Rijstvelden, winkeltjes, kookkraampjes maar wat me vooral ontroert zijn de familietjes in hun huizen en krotjes. Je ziet veel mensen in een hangmatje liggen of op een vlonder met een dakje erboven slapen. Ik zie kleine kindjes zonder kleren aan. Er wonen allerlei lagen van de bevolking naast elkaar. Ze zitten vaak met groepjes familie bij elkaar onder de bamboe huizen of onder een stuk plastic doek dat dienst doet als dak. Een geluk dat het hier nooit koud is zoals bij ons. Rijtjeshuizen kennen ze niet op het platteland. Ik zie scooters met varkens in een kooitje achterop. In Nederland zou je achter de tralies verdwijnen voor dieren mishandeling, hier is het normaal. Overal lopen hanen en kippen met hun kuikentjes los rond. Aan de weg wordt fruit verkocht, kleding verfrissingen en eten. Iedereen probeert een graantje mee te pikken van de vele toeristen op weg naar de tempels en de heilige plaatsten. We zijn na een tocht van anderhalf uur aangekomen op de eerste bestemming; Kbal Spaen. 

k moet nog drie kwartier klimmen door de jungle om er te komen. Het zweet druipt van mijn hoofd. Het pad gaat over rotsen, boomwortels en overal is het groen om me heen. Het is een pittige klim maar wat geniet ik weer. Het is hier zooo mooi. Ik heb het gevoel dat ik in een sprookje beland ben. Om me heen fladderen sierlijke kleurige vlinders. Ze glijden als elfjes door de lucht en raken me diep. Het is zo fijn om hier te mogen zijn. Na drie kwartier kom ik boven. Ik sta bovenop een stel rotsen bij stromend water.  Ik kijk om me heen maar geen tempel te zien. Ik pak mijn reisgids uit mijn tas en dan blijkt dat hier geen tempel te zien is maar dat de Kmer in de rotsen van de rivierbedding heilige reliëfs hebben aangebracht. Ik ben stomverbaasd. Wat een idee om afbeeldingen op de bodem van de rivier aan te brengen. Ze hebben dat gedaan om de oorsprong van de rivier te heiligen. De rivier voorziet op haar beurt de tempels zodoende direct van heilig water. Ik vind het een vondst. 

Op de rotsen rondom de rivierbedding staan kleine plasjes en zijn de stenen nat. Hier fladderen kleine gele vlindertjes die daarvan drinken in groepjes rond. Het zijn net kleine gele blaadjes die opdwarrelen als ik in de buurt kom. Sprookjesachtig mooi. Ik volg het touw dat rondom de heilige plekken is aangebracht. Het is hier heerlijk rustig, vredig ik ben een van de weinige bezoekers. Een parkwachter komt me tegemoet en maakt me duidelijk dateer nog veel meer te zien is. Hij loopt voor me uit en wijst me allerlei reliëfs aan. Wat ik nog veel leuker vind is dat hij alle namen van de hindoeïstische heiligen weet. Zo leer ik, waar ik naar kijk. De reliëfs zijn overal. Zowel in de ondiepe rivierbedding als op de rotsen. Ik ben al onder de indruk maar kom, naarmate ik meer zie, dat steeds meer. 

Ik had dit zonder deze man nooit gevonden allemaal. We komen bij een waterval waar Cambodjaanse kinderen ontzettend veel plezier beleven in het water. Ze hebben ontzettend veel lol. Gillen glijdend een diepe kuil in. Ze zwemmen gewoon met hun kleren aan. Ik zou maar wat graag een duik met hen in het koele water willen nemen maar doe het met een heilig voetenbadje. Mijn jurk zal te doorschijnend worden anders was ik gewoon tussen de uitgelaten kinderen gesprongen. 

Ik ben mijn onverwachte gids heel erg dankbaar en als hij me weer naar het pad teruggebracht heeft geef ik hem een fikse fooi. Na al die armoede om me heen gezien te hebben, realiseer ik mij weer eens temeer dat ik een ongelofelijk luxe prinsesje ben. Gezegend door het heilige voetenbadje en door de situatie waarin ik op heb mogen groeien. 

Het koninklijke gevoel wordt nog eens bevestigd wanneer ik bij terugkomst bij de tuktuk een heerlijk koel flesje water aangeboden krijg dat de driver koel houdt in een koelbox met een ijsblok erin. Koningin Miriam neemt plaats in haar koets en wordt naar de volgende tempel gereden. Wat een genot. Deze keer kom ik terecht in een buslading Japanners naar ik vermoed. Ik moet wat geduld hebben want die gaan niets ontziend overal rustig voor staan als ik net een foto denk te kunnen schieten. Ik raak overigens niet uit gefotografeerd....maar ik kijk ook goed om me heen. Wat een prachtige cultuur. Ik loop door Bantaserei. Deze tempel is prachtig gedecoreerd met op de hoekstenen Naga's, zevenkoppige slangen. Apenmonniken en danseressen, rosettes en prachtige decoratieve gravures in de stenen. Echt een pareltje om te zien. Op de stenen groeien kleine bloemetjes, kruipen salamandertjes snel weg en groeien piepkleine varentjes. Diverse plekken zijn begroeid met mossen. De basisblokken steen verkleuren van donkerbruin tot aardrood.  Sierdecoraties zijn aangebracht op okergeelkleurig zandsteen waarvan ook de vele ondersteunende zuiltjes en deuropeningen van gemaakt zijn. 

Ik kan mijn geluk niet op en ben mijn touroperators Stefan en Richard diep dankbaar. Ik wist van het bestaan hiervan, voorheen niet eens af en nu loop ik me hier te verbazen over een cultuur die echt niet onder doet voor die van de Grieken en de Romeinen. Terecht staat het op de werelderfgoed lijst. 

Zo smerig als de stad is, zo schoon zijn ze op de omgeving van de tempels. Overal lopen ze in groepjes van drie of vier pubers te vegen. Overal staan prullenbakken. Op diverse plekjes liggen parkwachters in een hangmatje op hun telefoon te kijken. Ze hebben weinig te doen de hele dag, daarom maken ze graag een praatje. Een van hen vertelt dat hij Engels heeft geleerd van de voorbijgangers. Hij kan het niet schrijven of lezen maar spreekt het des te beter. Ik complimenteer hem. Weer wacht mijn chauffeur me op met een heerlijk koel flesje water. Veel drinken is echt hard nodig hier. Je zweet continue. Het windje dat het rijden met de tuktuk meebrengt is dan ook welkom en verkoelend. Zo droog je weer lekker op. Ik blijf mijn ogen uitkijken onderweg. We moeten verder anders zou ik de tuktuk driver vragen vaker te stoppen onderweg, om nog meer foto's te maken van alles wat ik zie. Ik vond de entreebedragen en de tuktuk bedragen een fikse hap uit mijn portemonnaie maar het is het meer dan waard allemaal. De tempels liggen flinke einden uit elkaar. Ik had dat in mijn eentje allemaal nooit gevonden. In je eentje een tuktuk huren is natuurlijk ook duurder dan samen met anderen. Er zijn maar weinig westerse gasten in het guesthouse om mee samen te doen. Er zijn wel groepen Japanners en Cambodjanen maar die hebben genoeg aan elkaar. 

De laatste tempel die we vandaag bezoeken is pre nom. Deze is hoger dan de vorige en ook hier hebben zich hordes Japanners verzameld voor de sunset. Bij zonsopkomst en zonsondergang zijn de tempels vanwege het strijklicht op hun mooist. Hier ik geniet ik ondanks al die Japanners van de vergezichten die de hoogte van de tempel oplevert. Per slot van rekening ben ik ook toerist net als hen.

4 Reacties

  1. Fahd:
    19 september 2017
    hey buurvrouw, leuk om te lezen hoor, we missen je hier wel.
  2. Ro:
    19 september 2017
    Mooi beschreven Mir. Ik heb het gevoel een beetje met je mee op reis te zijn . Liefs hoor! X Ro.
  3. Wim+Diny:
    19 september 2017
    Yes I agree with the others. We are travelling with you. Queen Miriam enjoy the other temples.
  4. Mir:
    20 september 2017
    Thanks