Sa Pa dag twee

4 november 2017

Naast ons wordt een nieuw huis gebouwd. Allemaal mannetjes zijn in de weer met electrische schaven om van ronde palen balken te maken. Er wordt met een meetlint gemeten. Daarna staan ze weer een kwartier naar de planken te kijken. Een van de mannen rookt een bamboe pijp. Het is een stuk bamboe van ongeveer vijf cm dik en  50 cm lang. Ergens op een derde van de pijp zit een klein rondje waar ze de tabak opleggen. Deze steken ze aan. Vervolgens zuigen ze de rook in de pijp. Zo roken ze dan. Een mager oud manneke, geheel in het zwart gekleed met een zwart dopje op zijn hoofd, staat al het electrische geweld van de schaven en de kettingzaag met over elkaar geslagen armen te bekijken. Ik heb zo de indruk dat er een duidelijk hierarchie is in de taakverdeling. De ontztane balken worden keer op keer met een meetlint opgemeten en opnieuw afgetekend. Een mannetje dat over een goed timmermansoog moet beschikken keurt zijn balk op vierkantigheid. De balk moet even dik worden als de balk ernaast. Een terrasje lager ligt al een frame klaar voor de zijkanten van het huis. Gisteren sjouwden de mannen een voor een grote stenen van omhoog naar beneden. De materialen liggen gewoon voor het grijpen in de natuur om de bouwvakkers heen. Ik vraag me af hoe snel deze mannen hun gehoor zullen verliezen. Ze dragen geen enkele bescherming. Ze werken gewoon op hun slippers met blote voeten. Iedere tien minuten worden de resultaten van het gedane werk uitvoerig bekeken en gekeurd. Het is leuk om de werkzaamheden te kunnen observeren. Wel jammer dat het de rust in deze vredige vallei ruw verstoord. De mannen werken van 6 uur ‘s morgens tot 6 uur ‘s avonds. De jongen die de electrische kettingzaag bedient heeft ook, nog steeds, een scherp kapmes aan zijn broekriem hangen. De balken worden afgekort met een ouderwetse spanzaag. Houtverbindingen maken dat kunnen ze in ieder geval als de beste. De balken zijn klaar. Nu worden er spieen in aangebracht. Met bijtel en hamer. 12.00 uur stoppen ze met werken. Twee kleine meisjes spelen met de gereedschappen tussen de balken. Ik breng ze de laatste gekleurde plastic eieren die ik op advies van Mary gekocht had. Fluoriserend rose geel en groen. Vooral het snoepje dat erin zit vinden ze lekker. Ze kijken mij verbaasd aan. Waar hebben ze die eer aan te danken. Ze rammelen met het ei en vanaf het moment dat ze ze gekregen hebben zie ik hen er de hele middag mee spelen. Een jonge vrouw vermoedelijk de moeder komt uit het armoedige bouwvalletje naast de bouwplaats tevoorschijn. Ze knuffelt de meisjes en controleert hun hoofdjes, op luis denk ik. Ze vraagt aan de meisjes waar ze de eitjes vandaan hebben. Ze wijzen naar mij. Ze glimlacht vriendelijk naar me. De kinderen spelen met alles om het huis. Zo klein als ze zijn niemand houdt ze tegen als ze met een kapmes de schil van een vrucht in stukken snijden. Ik geniet ervan om te zien hoe ze zichzelf zonder duur speelgoed zo goed weten te vermaken samen. De vrouw pakt een lege rijstzak en begint alle schaafsel dat de bouwvakkers pp de grond hebben gegooid op te rapen en in de zak te doen. Ik vermoed dat het goed vuurmateriaal is. Ik bezie dit alles vanaf een hoger gelegen terras. Onder ons ruist het stromen van de rivier. Het is vandaag veel minder koud dan gisteren. Wel zijn de bergtoppen nog steeds in mist gehuld. De vietnamezen hopen dat ze deze winter sneeuw krijgen. Dat hebben ze haast nooit maar er is voorspeld dat er dit jaar voor het eerst in tien jaar weer eens sneeuw zal vallen. Of iedereen zich hier nou zo op verheugd weet ik niet. Sommige huisjes zijn zo schamel dat ze m.i.  de wintersneeuw niet kunnen weerstaan. 

De meisjes hebben het zaagsel nu ook ontdekt. Ze draaien rondjes en strooien het om zich heen. Ze springen in het zachte spul ondertussen zingen ze liedjes samen. Vanaf het moment dat zexeitjes kregen heb ik ze niet meer zonder gezien. Om 15.00 uur ga ik achterop de motortaxi terug naar de stad SaPa. De weg is vreselijk slecht. Ik moet me vastklampen aan het magere bestuurdertje van de motortaxi. Anders wip ik echt zo ervanaf. Er zitten veel gaten in de weg. Af en toe komen we langs watervalletjes die over de wwg stromen. Het bergvolk spoelt daar de indigo geverfde lappen in uit of poetst de motorbike schoon. De motorrijder die mij heen bracht had het ook al erover dat er veel watervallen zijn. Waarop ik reageerde met o wat mooi. Hoj vond ze echter maar gevaarlijk. De weg wordt er glad door. In Sa Pa heeft het tot mijn verbazing geregend. In de vallei waar ik zat was het heerlijk vandaag. Zo meteen slapen in de slaapbus naar Hanoi. Weer 6 busuren voor de boeg. De slaapplaatsen zijn te kort voio mij dat wordt kromliggen.